Wat ging er mis?

De eerste fout was het toedienen van een weeën stimulerend medicijn Syntocinon. Het Syntocinon infuus veroorzaakte een zogenaamde hypertone uterus. Dat wil zeggen dat door het infuus de baarmoeder van mama te frequent samentrok, waardoor tussendoor minder herstel van de zuurstoftoevoer mogelijk was (weeënstorm).

De tweede fout is de verkeerde interpretatie van het CTG. Een CTG is een hartfimpje waarop de conditie van mij te zien is. Het CTG was bij de opname volkomen normaal. Vanaf 15.30 uur laat dit diepe deceleraties zien. Dit terwijl ik pas anderhalf uur later geboren werd!!! Deceleraties zijn ernstige vertragingen in de hartfrequentie, gerelateerd aan contracties (weeën). Wanneer er een contractie is trekt de baarmoeder van mama samen, waardoor er een druk op mijn hoofdje ontstaat en verminderde de zuurstoftoevoer naar mij. Een daling van de hartfrequentie was het gevolg.

Al die tijd, dus 1½ uur lang, verkeerde ik in toenemende zuurstofnood. Om 16.25 uur liep meconiumhoudend vruchtwater af, wat ook vrijwel altijd op zuurstofnood wijst. De zuurstofnood moet door de combinatie van het persen en de te kort durende herstelperiode tussen de weeën nog verder zijn toegenomen. Ook valt het op, dat mijn hartritmepatroon strakker wordt, na het om 12.45 uur aansluiten van het Syntocinon infuus, in vergelijking met daarvoor. Wat eveneens een teken kan zijn van mijn ernstige zuurstofnood.

Kortom: volop aanwijzingen dat ik zuurstof tekort kwam. Het bevallingsdossier van mij is na de aansprakelijkheidstelling beoordeeld door verscheidene gynaecologen en allen kwamen tot dezelfde conclusie; “op basis van het CTG was er alle aanleiding om ver voor de daadwerkelijke uitdrijving aanvullend onderzoek te doen en eventueel op basis hiervan actie te ondernemen”.